Marte Rozendaal is begin augustus bij ons in dienst getreden en is vanaf dat moment aan de slag als projectmanager maatschappelijk vastgoed bij Gemeente Amsterdam. Sinds een aantal jaar woont ze in dezelfde stad, maar dat blijkt zeker niet de enige plaats waar ze heeft gewoond. Deze ‘Randstad-trotter’ heeft namelijk bijna alle steden in de omgeving al gehad. ‘Ik ben geboren in Rotterdam, toen naar Den Haag verhuisd en vervolgens in Leiden gaan studeren en wonen vertelt ze. ‘Ik heb nu volgens mij qua accent een mengelmoesje van alles wat ABN-randstad is, haha.’
Marte’s studieloopbaan leidt haar niet direct naar de ruimtelijke ordening. In eerste instantie kiest ze voor een bachelor Engelse literatuur. Hierin ziet ze zichzelf echter geen carrière nastreven. Ze besluit dan ook te kiezen voor de master Corporate Communication, ‘iets meer de commerciële kant van communicatie wetenschappen’, laat ik me vertellen. Haar master sluit ze af met een scriptie over risicocommunicatie voor grote bedrijven met een focus op preventieve communicatie. Na haar master gaat Marte verder met de zoektocht naar haar ware passie: ‘Ik was breed geïnteresseerd en wilde vooral veel ontdekken en ervaren’. Tijdens deze zoektocht komt ze uit bij het adviesbureau Jonge Honden. ‘Dat was precies de plek waar ik kon uitzoeken welke kant ik op wilde.’ Na anderhalf jaar in loondienst te werken schrijft ze met een compagnon een ondernemersplan om één van de bestaande teams over te nemen. Vanaf dat moment is Marte ondernemer en mede-eigenaar binnen het Jonge Honden concept en is ze naast haar eigen opdrachten ook verantwoordelijk voor het runnen van het bedrijf.
Ik vraag me af waarom ze met haar communicatie achtergrond uiteindelijk besluit de ruimtelijke sector in te gaan. ‘Jonge Honden zit van oudsher redelijk geworteld in de ruimtelijke sector. Er kwamen dan ook veel opdrachten uit de ruimtelijke sector voorbij en die wekten mijn interesse.’ Zo werkte ze als Jonge Hond aan verschillende projecten in de ruimtelijke sector. In 2014 start ze als assistent procesmanager Stedelijke Vernieuwing bij Ymere. ‘Dat vond ik direct leuk, ik ben een stadsmens en ik merkte dat er iets bij mij aansloeg. Ik merkte dat ik toen op een heel andere manier door de stad ging fietsen. Je begint je bewust te worden hoe de stad is ingericht en dat er overal over wordt nagedacht.’ Na drie jaar werken bij Ymere vervolgt ze haar weg in de ruimtelijke sector als assetmanager Cultureel Vastgoed bij Gemeente Haarlem. ‘Hier beheerde ik de mooiste vastgoedportefeuille van Haarlem; met het Frans Hals museum, het Dolhuys, maar ook alle podia en bibliotheken’. Als cultuurfanaat is dit voor haar een droom die uitkomt. Wanneer ik Marte vraag waar ze in de toekomst graag aan zou willen werken, krijg ik een duidelijk antwoord: ‘Mijn droomopdracht is een gebiedsontwikkeling waarin monumentaal of cultureel erfgoed een centrale rol speelt, daarin komt voor mij alles samen’.
Naast haar werk sport Marte ook nog geregeld. Zo is ze vaak te vinden in de boksschool van haar vriend. Daarnaast houdt ze van wielrennen en hardlopen, en probeert ze al deze sporten meerdere keren per week te beoefenen. Verder voelt Marte ook een grote verbondenheid met cultuur. ‘Ik heb het goede voornemen om één keer per week naar een museum te gaan.’ Ook heeft ze tijdens corona een avondcollegereeks kunstgeschiedenis gevolgd bij ‘The School of Life ‘om er eens wat serieuzer op in te gaan. ‘Dat was super interessant, echt een leuke ervaring’. ‘Dus, én sportief én cultureel onderlegd’, zeg ik. ‘En heel veel koken en uit eten gaan’, vult Marte aan. ‘Maar dan wel vegetarisch. De Aziatische keuken is daar erg geschikt voor’, tipt ze. Waar ze de tijd vandaan haalt? ‘Minder Netflixen!’, lacht Marte. ‘Heb ik ook weer wat geleerd’, denk ik.
Na 4,5 jaar ondernemerschap lijkt het Marte wel weer even wennen om in loondienst te gaan. Gelukkig denkt Marte haar bruisende ondernemendheid juist ook bij Procap kwijt te kunnen. ‘Ik heb het gevoel dat ondernemendheid en ondernemerschap centraal staan bij Procap, en ik kijk er naar uit om samen te bouwen aan dit bedrijf.’
Tekst: Victor de Beer