Hoe krijgen we Nederlanders zover dat ze overstappen op een duurzame manier van vervoer? Dat ze de auto laten staan en een keer de fiets pakken naar het werk? Gedragsverandering is cruciaal als het gaat om het verminderen van uitstoot en het verminderen van de druk op onze infrastructuur. Maar hoe beïnvloed je dat? Onze collega’s Laura Tenniglo, José Meijboom en Josefien van Reeuwijk zochten het uit.
De 4 stappen
Aan de hand van het ‘infinity’ model kom je in 4 stappen tot aanpak en resultaat. Deze vier stappen staan via het model van een ‘8’ met elkaar in verbinding.
Wie?
Wie heb je voor je? Dit fungeert als basis voor de manier hoe je het gedrag kan beïnvloeden. Wanneer de doelgroep gewenst gedrag uitvoert of wanneer het praktisch onhaalbaar is gedrag te veranderen, is deze niet interessant voor vervolgstappen. Wanneer de mogelijkheid tot het verbeteren van gedrag zich voordoet kan dit concreet worden geformuleerd en gekeken worden naar interventies om de verandering in het reisgedrag te bevorderen.
Waarom?
Wat zijn de redenen achter het huidige reisgedrag? Waarom neemt de persoon voor die 7 kilometer liever de auto dan de fiets? Wat zijn de push en pull factoren? Deze worden in een bollendiagram weergeven waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen beïnvloeding op de mens vanuit beleid, (sociale) omgeving en voorzieningen.
Gewenst gedrag
Wat is het gewenste gedrag? Waar moet gedragsverandering naartoe leiden? Een kleine verandering is het begin. Aan de hand van het STOMP model (rangorde van vervoersmiddelen naar mate van duurzaamheid: Stappen, Trappen, Openbaar Vervoer, Mobility as a Service, Privé auto) kan verandering worden bepaald. Dit STOMP-principe is een leidraad om tot een modal-shift verandering oftewel gedragsverandering te komen.
Bij gedragsverandering is een drastische verandering of grote stap op deze schaal lastig te maken en vol te houden. Verandering kan ook zijn dat er niet 5 dagen in de week een privé auto wordt gebruikt, maar dat er 1 dag in de week een overstap naar OV is. De gewenste en te monitoren verandering kan dus in frequentie en in modaliteit concreet worden gemaakt.
Interventies
Na te hebben onderzocht wie je voor je hebt en wat diegene belemmert of motiveert gewenst gedrag uit te voeren kun je bepalen welke interventies je in gaat zetten.
Binnen deze type interventies kun je voor verschillende vormen kiezen, zo kun je belonen vanuit beleid, bijvoorbeeld doormiddel van een reiskostenvergoeding, maar het kan ook in de fysieke omgeving tot uiting komen. Denk aan het voorbeeld in Vlaanderen waar een verkeerslicht op rood springt voor mensen die te hard rijden en mensen die de juiste snelheid aanhouden krijgen een groen licht en een smiley. Ook de groene golf is voorbeeld van een beloning vanuit de omgeving, bij het aanhouden van de juiste snelheid hoef je niet te wachten voor een rood verkeerslicht.
Meer weten? Neem contact met ons op!
Photo by Lucian Alexe on Unsplash