Shared space op de proef gesteld door de elektrische fiets

Mobiliteit & Infrastructuur
Publicatiedatum:18-08-2025

Auteurs:stijn kiltzmarte rozendaal

Leestijd:4 minuten
#stedelijkeinrichting#verkeersveiligheid#sharedspace

Binnen de ‘shared space’ in het Amsterdamse Oosterpark manoeuvreren elektrische fietsers met hoge snelheid tussen wandelaars en andere parkbezoekers: een situatie die bij deze bezoekers nog wel eens op weerstand stuit. Deze spanning leidde er in januari toe dat landschapsarchitect Egbert Schuttert in Het Parool pleitte voor een officieel fietspad. Een opvallende ommezwaai voor een plek die juist is ontworpen als 'shared space' – een gebied waar verschillende verkeersdeelnemers de ruimte delen zonder strikte scheiding.

Het idee achter shared space

Het concept van shared space is gebaseerd op een psychologische theorie: de 'constant risico-theorie'. Het idee is simpel maar krachtig: mensen hebben risicovolle prikkels nodig om veilig te functioneren. Door een gevoel van onzekerheid terug te brengen, gaan mensen zich automatisch voorzichtiger gedragen. In de praktijk zou dit betekenen dat een fietser zijn snelheid aanpast wanneer hij een voetganger nadert, terwijl de voetganger ruimte maakt door zijn pas te vertragen. Beide partijen houden rekening met elkaar, wat zorgt voor een veilige doorgang zonder conflicten. Het klinkt ideaal – maar werkt het ook?

Theorie versus praktijk

Om dit te onderzoeken, keken we naar twee Nederlandse voorbeelden die beide als shared space zijn ontworpen, maar heel verschillende resultaten opleveren. Het Domplein in Utrecht is een succesverhaal. Door strategisch geplaatste zitobjecten en natuurstenen blokken ontstaat het gewenste effect: verkeersdeelnemers worden gedwongen om alerter en voorzichtiger te worden. Het compacte karakter zorgt bijna automatisch voor oogcontact en onderlinge communicatie. Het Oosterpark in Amsterdam laat een ander verhaal zien. Ondanks slingerende paden die vertraging zouden moeten afdwingen, ontstaat er juist een ongewenste situatie. De ruime opzet en weelderige groenvoorziening beperken het zicht, waardoor gebruikers elkaar later opmerken en minder tijd hebben om hun gedrag aan te passen.

De bredere context

Zoals Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet beschrijven in het boek 'Het recht van de snelste', zijn onze stedelijke ruimtes steeds meer ontworpen voor doorstroming en snelheid. Langzamere verkeersdeelnemers komen daardoor in de verdrukking. De elektrische fiets heeft dit spanningsveld verder aangescherpt. Waar shared spaces oorspronkelijk bedoeld waren als ontspannen verblijfsruimtes, dreigen ze nu vooral doorstroomruimtes te worden voor steeds sneller verkeer.

Wat zeggen de experts?     

Joost van der Lee van Bono Traffics benadrukt dat een shared space alleen werkt bij de juiste verhouding tussen verschillende verkeersdeelnemers: "Alleen wanneer deze balans klopt, kunnen mensen zich veilig bewegen zonder expliciete verkeersregels." Cruciaal is dat de verblijfsfunctie behouden blijft – doorgaand verkeer mag niet dominant worden. Kees Vernooij, verkeersontwerper bij de gemeente Amsterdam, ziet shared space meer als een pragmatische oplossing, maar wijst ook op fysieke beperkingen. Hij stelt een interessante vraag: moeten we niet discussiëren over welke afmetingen auto's en gemotoriseerde fietsen nog toelaatbaar zijn?

Alleen wanneer deze balans klopt, kunnen mensen zich veilig bewegen zonder expliciete verkeersregels

Mogelijke oplossingen

Om het gewenste gedrag binnen een shared space te bereiken kunnen verschillende maatregelen worden overwogen. Een voor de hand liggende aanpak is het verlagen van de snelheid binnen de shared space. Een technologische maatregel hiervoor is ‘geofencing’, waarbij de trapondersteuning van elektrische fietsen automatisch wegvalt zodra de bestuurder een vooraf bepaald gebied binnenrijdt. Dit dwingt fietsers om hun snelheid aan te passen zonder fysieke ingrepen in de infrastructuur. Hoewel dit een effectieve maatregel is, lijkt de huidige wetgeving hierbij nog een obstakel: volgens Wim Willems (bestuurder bij Future City Foundation) kunnen overheden niet direct ingrijpen in snelheid en moeten gemeenten vooraf toestemming vragen aan elektrische fietsgebruikers.          
Een andere maatregel is het strategisch plaatsen van obstakels, zoals plantenbakken of keien, waardoor snel verkeer gedwongen wordt vaart te minderen. Het Domplein is hier zoals gezegd een geslaagd voorbeeld van. Deze oplossing is in de meeste shared spaces ook relatief eenvoudig te implementeren, maar het kan een beperking vormen voor mindervaliden. Een andere maatregel is het aanleggen van een slingerende route door de shared space. Dit maakt de ruimte weliswaar toegankelijker voor mindervaliden, maar is  dan weer uitdagender om te realiseren.
Een andere mogelijke oplossing is het weglokken van snel verkeer uit de shared space, door een aantrekkelijke alternatieve route te creëren. Denk hierbij aan een goed geasfalteerde route zonder stoplichten of te veel bochten. Dit vraagt dan ook om een zorgvuldige balans in de planning van verkeersstromen rondom shared space.

Conclusie

Het shared space-concept staat onder druk, maar hoeft niet ten onder te gaan. De uitdaging ligt in het vinden van de juiste balans tussen innovatie en bewezen ontwerpprincipes. Of dit nu gebeurt door slimme technologie, doordachte fysieke ingrepen of het creëren van alternatieve routes – het doel blijft hetzelfde: inclusieve openbare ruimtes waarin verschillende gebruikers zich respectvol tot elkaar verhouden.

De oplossingen liggen niet in strenge maatregelen of het volledig weren van bepaalde verkeersdeelnemers, maar in het heroverwegen van de ruimtelijke inrichting en het stimuleren van gewenst gedrag. Of dit nu gebeurt door geofencing, fysieke maatregelen of het creëren van aantrekkelijke alternatieve routes, het uiteindelijke doel blijft hetzelfde: een inclusieve openbare ruimte waarin verschillende gebruikers zich respectvol tot elkaar verhouden.