Het Nederlandse energiesysteem piept en kraakt. De energievoorziening is in nieuwbouwprojecten geen vanzelfsprekendheid meer. Tegelijkertijd zijn de woningbouwambities en bijbehorende ruimteclaims groot. We gaan in gesprek met Boy Zelle en Johan Duut, projectmanagers bij Procap. Voor de uitdagingen in de energietransitie en de schaarse ruimte zien zij een oplossing: energieplanologie.
“Vele woningbouwprojecten kunnen niet doorgaan, bedrijven kunnen niet vergroenen en op piekmomenten kunnen laadpalen geen stroom leveren”, begint Johan. Door netcongestie is energie een schaarse en bepalende factor geworden. Boy: “Terwijl in de planologische praktijk vooral de woningnood als urgent wordt ervaren. Het credo blijft ‘bouwen, bouwen, bouwen’, maar zonder energie aansluiting heb je geen bewoonbare woning. Het is echt nodig om energie veel meer integraal mee te nemen”.
Op basis van de lokale ruimte op het stroomnet wordt aan de voorkant duidelijk of een woningbouwproject door kan gaan of niet. De gemeente weegt vervolgens af welk project prioriteit krijgt en kan starten. Maar: “Zodra een project is gestart, wordt de koppeling met energie grotendeels losgelaten. Dat is een probleem dat netbeheerders moeten oplossen, zo is het idee”, aldus Johan. Hij vervolgt: “Er wordt nu nog te veel van uitgegaan dat het wel goed komt als aan de wettelijke verplichtingen van energiezuinigheid en de aansluitplicht wordt voldaan. Maar we weten inmiddels ook dat netbeheerders vaak niet aan die aansluitplicht kunnen voldoen. Zij gooien het op overmacht”.